Groenrijk zomergoed
  1. Misdienaar vroeger en nu

    Hoe anders was het om misdienaar te zijn in de oorlogsjaren en kort daarna in vergelijking met de huidige tijd. Christ van Boxel uit Prinsenbeek weet dat wel. Hij schreef er een mooi verhaal over.
    Misdienaar vroeger en nu
    (Foto: Stadsarchief Breda, C.Th. Lohmann)

    Door Christ van Boxel

    We moeten het begrijpen, maar het is voor velen onmogelijk het te vergelijken, de misdienaar van toen en de misdienaar van nu. Ik heb hier al langer bij stilgestaan, om dat met eigen woorden in een betekenisvol verhaal te beschrijven.  Of mij dat is gelukt, hoor ik later wel op de een of andere manier van de lezer. Ja toch?

     

    Ik bedoel met de tijd van toen de oorlogsjaren van 1940 tot 1945. Ik kom uit een groot gezin in Ulvenhout en was de vijfde van het hele stel. Zoals gebruikelijk moesten de jongens één voor één een functie bekleden in de kerk. Doordat wij vrij kort bij de kerk woonden, werden wij gesommeerd om een opleiding tot misdienaar te volgen bij de plaatselijke kapelaan. Vrouwen in de kerk was in die tijd een groot taboe functioneel gezien.

     

    Latijn

    Zo'n opleiding op je zevende levensjaar was toch behoorlijk pittig te noemen. Je moest onder meer een aantal gebeden in het Latijn uit je hoofd leren, zoals het Confiteor, GloriaSanctus en Onze Vader. Toch een zware opgave wanneer je hiervoor uitgenodigd werd, daar ben ik me nu steeds bewuster van.

     

    Wij woonden ongeveer een kleine kilometer van de kerk vandaan en zaten op ideale afstand voor de toekomstige misdienaar, en zo geschiedde. Ik slaagde met vlag en wimpel en het was de moeite waard, want ik ben zes jaar lang de kerk trouw geweest met de verrichtingen die van mij werden gevraagd. Met nog drie andere jongens uit de buurt stonden ik voor deze taak.

     

    Zeven uur 's ochtends

    Toen ik aan deze klus begon was ik dus zeven jaren oud, in de oorlogsjaren, in 1942 om precies te zijn. Je moet ervan uitgaan dat er destijds elke dag, zeven keren per week, twee eucharistievieringen waren. Je leest het goed, elke dag twee vieringen, waarvan de aanvang ‘s morgens om zeven uur en half acht was. De dienst van zeven uur werd door de pastoor verzorgd en die van half acht door de kapelaan. Ik was voorbestemd voor de vroege dienst van zeven uur, wat inhield dat ik iedere morgen om kwart over zes naast mijn bed stond om op tijd én nuchter aanwezig te zijn. Want de regel was toen dat je nuchter moest zijn vanaf twaalf uur ‘s nachts om de Heilige Communie te mogen ontvangen.

     

    Maar iedere dag door weer en wind, zomer en winter, warm of koud, je moest er maar zijn. Bij winterdag werd er alleen maar in het weekend gestookt, ook al vroor het vijftien graden, wat destijds regelmatig voorkwam. De verwarming bestond uit een kachel die werd gestookt met cokes, met een ventilerend vermogen berustend op de techniek van verdringingswarmte, met een zeer beperkte capaciteit. Dus je begrijpt het wel dat wij dikwijls zaten te verkleumen van de kou aan het altaar. Ja ook toen deden ze al aan bezuinigen en dat is toch zo`n 75 jaar geleden, ook daar raak je aan gewend, of niet?

     

    Rouw- en trouwdiensten

    Destijds waren we nog rijk aan missionarissen, die om beurten over kwamen uit de missie om op verhaal te komen en een paar maanden doorbrachten bij familie en kennissen. Ook die paters droegen in hun verlof elke dag een Heilige Mis op en die diensten moesten wij als misdienaar ook dienen. Zo ook bij rouw-en trouwdiensten waren wij van de partij. Het hoofd van onze school had daarbij een dubbelrol. Hij was ook de organist van de kerk, wat inhield dat bij rouw- en trouwdiensten hij het kerkorgel bespeelde en zei: ‘Kom jongens’ - dat waren wij dan – ‘We gaan er weer voor.’ En bij rouwen en trouwen was het destijds de normaalste zaak van de wereld dat dat in de kerk gevierd werd.

     

    Dit is nog niet alles, want iedere zondag was er om half drie nog een Heilig Lof wat ook gediend moest worden. Zo zie je maar dat er grote verschillen zijn tussen toen en nu. Dat het niet of nauwelijks vergelijkbaar is.

     

    Ik heb er nooit spijt van gehad deze periode te hebben mogen meemaken, een periode waarin ik onbewust toch al op jonge leeftijd met een verantwoordelijkheidsgevoel werd opgezadeld. Ik zie dan ook dikwijls de onhandigheid en waarschijnlijk de onwetendheid van onze huidige misdienaars met lede ogen aan. Dat doet mij dan echt wel iets.

     

    Nog een leuke anekdote uit het verhaal is, dat de aanwezige kapelaan voor wie wij destijds de Heilige Mis dienden, een aantal jaren later het huwelijk van mijn vrouw en mij heeft gesloten. Mooi toch?

     

    Het verhaal hierboven geschreven, is een waar verhaal. Ik weet het heel zeker, want die misdienaar ben ik.

    Woensdag 06 november 2019
    Prinsenbeekkerkmisdienaarvroeger
    Misdienaar vroeger en nu
    (Foto: Stadsarchief Breda, C.Th. Lohmann)
    Deel dit artikel op:
    0
    [nexturl]
    Reacties
  1. Iets gebeurd in ons dorp?
    Een aankondiging?
    Stuur uw tips, nieuws en foto's s.v.p. naar de redactie.